Maatschappelijk werk op school Maatschappelijke dienstverlening Sensire 2018

De verbindende factor tussen school, thuis en extern

Yunio is ook actief in het voortgezet onderwijs. Er zijn twee maatschappelijk werkers voor 16 uur per persoon werkzaam op scholen voor vmbo, mavo, havo en vwo. Doel is om ondersteuning te bieden aan leerlingen en docenten. De werkwijze is dat een mentor een zorgelijke situatie signaleert en dit meldt bij het Ondersteuningsteam. Als het om situaties gaat die zich thuis of in de vrije tijd afspelen, wordt de jeugdmaatschappelijk werker ingeschakeld. Steeds meer wordt samen gewerkt met Buurtplein en andere hulpverlenende organisaties die voortkomen uit de Jeugdzorg binnen uiteenlopende gemeentes. Om vroegtijdig schoolverlating te voorkomen is de rol van de leerplicht ook belangrijk.

De jeugdmaatschappelijk werker is de verbindende factor tussen school, thuis en externen. De onafhankelijke JMW'er draagt bij aan verbindingen en zorgt ervoor dat er afstemming komt, met een duidelijk doel voor de jongere. Denk aan afspraken in de klas en op school en de inzet van specialistische hulpverlening via de jeugdzorgmedewerker in de gemeente, waar elke betrokkene in wordt meegenomen. De ervaring leert dat deze onafhankelijke rol overkomt als laagdrempelig waardoor sneller de juiste stappen in gang gezet worden, ten behoeve van de jongere en zijn/haar familie.

Een praktijkvoorbeeld

Een 14-jarige jongen uit 2 havo is veel ziek, heeft slechte cijfers en kan weinig concentratie opbrengen. De thuissituatie is niet prettig omdat ouders in scheiding liggen. Dit maakt het er voor de jongen niet makkelijker op. Huiswerkbegeleiding is niet afdoende en gesprekken met JMW hebben geen effect. JMW gaat nu een multidisciplinair overleg organiseren met de volgende partijen: ouders met ieder een eigen gezinswerker, de mentor, de leerplichtambtenaar en de JMW’er. Doel van dit overleg is om te komen tot heldere afspraken zodat de leerling weet waar hij aan toe is. De hoop is dat ouders duidelijk structuur kunnen bieden en de leerling weer tot leren komt. Tevens wordt overwogen om externe hulpverlening in te zetten om de communicatie tussen ouders te verbeteren in het belang van het kind.

Trajectbegeleiding Graafschap College (MBO)

Op het loopbaanplein op het Graafschap College zijn achttien trajectbegeleiders werkzaam, ingehuurd van verschillende externe instellingen: Sensire, Lindenhout, de Onderwijsspecialisten, Kentalis, Sotog en Help Gewoon. Samen met de medewerkers Graafschap orthopedagogiek vormen zij vier teams, verbonden aan de vier sectoren van het Graafschap College. Er zijn vier medewerkers van Sensire werkzaam als trajectbegeleider (schoolmaatschappelijk werk), in totaal 1,97 fte.

Trajecten
Er wordt gemiddeld gerekend op 13 uur per traject. Met 1.400 uur directe tijd per fte kan 1 fte trajectbegeleiding dus 107 studenten/trajecten begeleiden. Over het kalenderjaar 2018 zijn in totaal 992 studenten begeleid door trajectbegeleiders. Opdracht voor alle trajectbegeleiders is: studenten begeleiden die problemen ervaren in de voortgang van hun studie en het verkleinen of oplossen van de belemmeringen, zodat de student zijn/haar diploma kan halen. Daarnaast ondersteunen we docenten en rusten hen toe om met diverse problematieken om te kunnen gaan.

Doelen stellen
Studenten die problemen ervaren worden door hun SLB’er (studieloopbaanbegeleider) verwezen naar de zorgdecaan. De zorgdecaan kan de trajectbegeleider inschakelen. In een gezamenlijk gesprek met de student worden de doelen vastgesteld waaraan gewerkt moet worden. Afhankelijk van de problematiek zoekt de trajectbegeleider samenwerking met het externe veld, bijvoorbeeld wijkteams, leerplicht, Sociaal raadslieden werk, psycholoog of andere hulpverleners.

Problematiek
De problematiek waarmee de trajectbegeleider te maken kan krijgen is heel divers. Zo is een 17-jarig meisje aangemeld door school bij trajectbegeleiding wegens veel verzuim. Bij haar SLB’er heeft ze al aangegeven dat er sprake is van een lastige thuissituatie. Haar vader was een paar jaar geleden overleden en moeder is ernstig ziek en heeft psychische problemen waardoor ze niet in staat is het huishouden goed draaiende te houden. De studente maakt zich veel zorgen, vindt thuis geen rust en komt niet toe aan haar schoolwerk. De kans op uitval lijkt bijzonder groot.

De trajectbegeleider gaat het gesprek aan met de studente, in eerste instantie samen met school. Vervolgens wordt er contact gezocht met de leerplicht, het sociaal team en met ‘Passie voor jeugd en gezin’, dat inmiddels is ingezet in dit gezin. Er staat nu een gezamenlijk overleg gepland met studente en alle partijen om te komen tot goede afspraken, waardoor het voor de studente hopelijk mogelijk wordt om haar opleiding op een goede manier te vervolgen.

Financieel spreekuur op het Graafschaf College

Tijdens het financieel spreekuur op het Graafschap College maakt de budgetconsulent of sociaal raadsvrouw samen met de student een analyse van de financiële situatie. In een deel van de gevallen is een tweede gesprek nodig om alle gegevens beschikbaar te krijgen. De student ontvangt adviezen over het omgaan met financiën en krijgt oplossingen aangedragen, zoals een beroep doen op compensatie schoolkosten 16/17-jarigen, een beroep doen op een aan een gemeente gekoppeld fonds, bijzondere bijstand en budgetadvies. Voor intensieve en langdurige ondersteuning wordt verwezen naar de sociale wijkteams of sociale raadslieden in de woonplaats.

Geen geld voor schoolmiddelen
Gemiddeld komen de studenten 1,5 keer op gesprek. De student wordt verwezen door de decaan. In bijna alle gevallen gaat het om schoolmiddelen die niet bekostigd kunnen worden. Oorzaken zijn onder andere te weinig financiële middelen van de student zelf ondanks de studiefinanciering en financiële problemen bij de ouders (door werkloosheid, echtscheiding, schuldsanering, armoede). Ook komt voor dat de student na allerlei problemen thuis al vroeg op zichzelf is gaan wonen of kennis over het huishoudboekje mist.

Ook problemen in gezin
In 2018 zijn het aantal aanmeldingen voor het financieel spreekuur toegenomen. Meerdere malen constateerden we dat niet alleen de aangemelde student maar ook het gezin van de student grote (financiële) problemen had. Zij waren niet in beeld bij andere hulpverleners. Uiteraard zoeken we in die gevallen contact en bieden we passende hulp. Dat laat de meerwaarde zien van het aanwezig zijn op school en zichtbaar zijn voor de studenten.

Schoolmaatschappelijk werk Zone College (MBO)

Schoolmaatschappelijk werk is een onderdeel van het Expertisepunt op het Zone College. Gertrude Eggink is er schoolmaatschappelijk werker. Zij komt in contact met een student wanneer de student een vraag heeft of vastloopt of wanneer een docent het raadzaam vindt - in overleg met de student - een gesprek aan te gaan. Vaak gaat het eerste contact via WhatsApp. De schoolmaatschappelijk werker gaat in op de vraag van de student en kijkt eveneens naar het gezinssysteem: is dat ondersteunend of komt daar de hulpvraag uit voort? In samenspraak met de student kan de schoolmaatschappelijk werker contact opnemen met ouders.

Een praktijkvoorbeeld


Een student van 20 jaar geeft bij zijn coach op school aan dat het niet zo goed met hem gaat. Via het expertisepunt wordt besloten dat schoolmaatschappelijk werk contact met hem legt. De student is veel aan het nadenken over zijn privésituatie waarbij een scheiding tussen zijn ouders op zesjarige leeftijd nu weer actueel voor hem is aangezien het contact tussen hem en zijn vader niet goed verloopt. De student mist een stukje veiligheid in het contact met vader. Voor zijn zusjes geldt hetzelfde, vertelt hij. Beide ouders zijn in de loop van de tijd een nieuwe relatie aangegaan. Hij woont bij zijn moeder. De student vertelt dat zijn vader sinds enige tijd ook contact heeft met hulpverlening.

De student wil graag samen met zijn zusjes een gesprek aangaan met hun vader, maar weet niet hoe dit te doen. Wij hebben samen de situatie onder de loep genomen en gekeken hoe verbetering in het contact te krijgen en het initiatief dat daartoe genomen kan worden. Aangezien vader zelf ook in een hulpverleningstraject zit, is dit mogelijk een goed aanknopingspunt. De hulpverlener van vader kan het gesprek dan als onafhankelijk persoon in goede banen leiden. De student ziet zichzelf dit wel voorstellen aan vader.

Hij neemt opnieuw contact op maar wil later graag een gesprek met mij, want er is een kink in de kabel. Er heeft een woordenwisseling tussen vader en hem plaatsgevonden. Hij vindt het nu lastig om zijn vader mondeling te vragen om in gesprek te gaan, samen met zijn zusjes en de hulpverlener. We spreken af dat student een brief gaat schrijven met het verzoek en deze aan zijn vader overhandigt. Door met de student in gesprek te gaan en oplossingsgericht te werken, ligt de regie bij hem om zelf een verandering in gang te zetten.